14 mei Slag om Deventer

‘’Voorafgaand aan 14 mei 1983 heerst er een licht oplopende spanning in de stad Groningen. Dat wordt veroorzaakt door de uitwedstrijd die FC Groningen die dag in Deventer speelt tegen Go Ahead Eagles. Maar misschien nog wel het meest door deze kreet op tal van plekken in de stad: ‘14 mei slag om Deventer’. Die straalt toch uit: daar gaat wat gebeuren- daar moet je bij zijn. Je kunt het dus ook lezen als een oproep.

Ik herinner me nog goed deze kreet in het begin van de Gelkingestraat op de zijgevel van de Drie Gezusters.

De rivaliteit met andere fanatieke supportersgroepen wordt traditioneel het meest gevoeld met de naburige clubs, toentertijd FC Twente en Go Ahead Eagles. En, met de ‘grote’ 3, Feyenoord, ADO en Ajax. Deze drie vanwege de omvang van de groepen fanatieke supporters die ook meegaan naar uitwedstrijden. En bij ADO ook vanwege het relatief veel voorkomend gebruik van messen.

Desmond Morris vergelijkt de rivaliteit tussen voetbalsupporters met die tussen stammen en dorpen. Dat laatste herken ik goed: je laten gelden in de stad van een ander. 

De kreet ‘14 mei slag om Deventer’ is volgens mij ook een gevolg van de in de media alsmaar over supportersgeweld klagende burgemeester van Deventer. Zijn klachten zijn in mijn ogen mede het gevolg van zijn eigen falende beleid om de supporters goed georganiseerd naar en van het stadion te begeleiden. Veel burgemeesters zetten daar bussen voor in en dat scheelt een hoop trammelant. Echter, de eerlijkheid gebied op te merken dat daarmee niet alles te voorkomen is. Zeker niet bij voetbalclubs met een stadion midden in een woonwijk, zoals in Deventer, maar ook in de Oosterpark in Groningen. 

Het is kermis in Groningen als we op die zaterdagmiddag met een grote groep, strijdliederen zingend, in optocht vanaf de Grote Markt richting het Hoofdstation vertrekken. We lopen, als bij een demonstratie, op straat begeleid door politie.

In de trein worden we begeleid door een aantal medewerkers van de NS, die bekend zijn bij en met onze groep. Er is altijd een gemoedelijke band tussen hen en ons geweest. Zo ook deze keer. De treinreis verloopt in een positieve en feestelijke stemming. 

Een stemming, die bij aankomst in Deventer onmiddellijk omslaat. We moeten na het uitstappen onder een viaduct door en daar staat een heel peloton ME-ers met woest blaffende Mechelse herders klaar. Zo willen ze ons in de door hen gekozen banen leiden. Desondanks komen we zonder al te veel problemen in het mooie stadion van Go Ahead Eagles aan, de Adelaarshorst.  Maar de stemming is wel zeer geladen en al gauw worden plannen gesmeed om de boel in Deventer op z’n kop te zetten. We moeten de leus de slag om Deventer natuurlijk wel waar maken.

Bedacht wordt het stadion ver voor het eind van de wedstrijd te verlaten opdat we niet in de armen van de politie lopen. Dat gebeurt met een enorme chaos tot gevolg in de woonwijk waarin het stadion ligt. De aanhang van FC Groningen zwermt alle kanten op en de politie heeft daar geen grip op. Als je deel uitmaakt van die chaos overzie je het geheel niet. Pas later zie ik aan de hand van foto’s dat er op in ieder geval één plek gevochten is met politie. Maar zie ik heel verrassend ook, dat degene die naast mij loopt een steen door het raam van een passerende bus gooit, zonder dat ik dat gemerkt heb.

Ik weet niet meer hoe we in de trein naar Groningen zijn gekomen. Maar voor zo ver ik mij herinner gaat ieder weer mee en blijft er niemand achter in Deventer. Dat Groningen die middag met 3-1 heeft verloren herinner ik me niet meer, was kennelijk niet zo belangrijk.’’

Ik zie achteraf dat we met zo’n 350 personen naar Deventer zijn afgereisd; dat is voor een uitwedstrijd een uitzonderlijk grote groep. Ook blijkt niet iedereen weer mee terug gereisd te zijn; één is in het ziekenhuis achter gebleven. Deze groep bestaat vrijwel uitsluitend uit fanatieke supporters. Echter één is eigenlijk geen supporter, maar trekt al langer met de groep op, op zoek naar ‘soldaten’ voor de extreem rechtse bewegingen waarvan hij deel uit maakt. Voor hem helaas, met weinig succes. 

Terugkijkend is ook ieder Z-sider niet helemaal tevreden met het gebeuren in Deventer: ‘Tegen Go Ahead liep het wel een beetje uit de klauwen. De keeper werd met van alles bekogeld. En als dan de wedstrijd bijna gestaakt moet worden omdat hooguit enkele tientallen jongens de boel op stelten zetten, dan kan ik er best in komen dat het bestuur maatregelen neemt’.. Met de maatregelen werd gedoeld op de kooi in het Oosterparkstadion waarin het bestuur van de FC de Z-siders in het vervolg wilde plaatsen.

Even voorstellen

Tot slot van deze korte geschiedenis.

Wie was ik toen. Mijn naam is Martinus Stollenga en toentertijd was ik projectleider bij de stichting Het Straathoekwerk in Groningen. Deze stichting heeft als opdracht contact te leggen met jongeren op straat en op andere plekken waar ze zich bevinden en te signaleren waar zij onvoldoende toegang hebben tot voorzieningen. Het accent ligt daarbij op jongeren die (dreigen) tussen wal en schip te vallen, toentertijd aangeduid als randgroepjongeren. Mijn collega Luciën van Hoesel heeft binnen die opdracht met succes een relatie ontwikkeld met de Z-side van FC Groningen. Naar wedstrijden gingen we vaak samen mee. Overigens was ik al langer aanhanger van FC Groningen, maar niet zo fanatiek als de Z-siders. In mijn jeugd ging ik vaak met een vriendje naar de jongenstribune, waarvoor je een goedkoop kaartje kon kopen. Dat was nog in de tijd van GVAV met Piet Fransen en Tony van Leeuwen.

Als straathoekwerker had je het niet altijd gemakkelijk. Je moest laveren tussen niet voorop lopen en niet laf achteraan lopen. De jongeren waarmee we optrokken vonden het, terecht, vreemd als we de aanstichters zouden zijn van problemen, maar evenzeer als we zouden afhaken.

Samen met het Groninger Fotocollectief hebben we later een boek over de Z-side gemaakt met als titel Inside Z-Side. Wij verzorgden daarvoor de tekst en zij de foto’s. Zij waren ook mee naar Deventer en maakten daar de foto’s, ook die waarover ik hier heb gesproken.