Demp Overdiep

Het is 1981 en middenin de woningcrisis als in de stad Groningen op meerdere plaatsen de leus ‘demp Overdiep’ verschijnt. De leus is een van de vele uitingen van maatschappelijke kritiek die door middel van graffiti worden geuit. ‘’Demp Overdiep’’ was een slimme woordspeling. De stad Groningen kent immers meerdere gedempte diepen (wateren) in de stad. Daarbij was de boodschap duidelijk: dr. Overdiep moest zijn mond houden. Aldus de activisten. Maar wat was de achtergrond van deze onrust?

Overdiep

Gerrit Overdiep was een jurist van goede komaf. Zijn vader was hoogleraar Nederlands en geschiedenis. Na de middelbare school koos Overdiep voor een studie rechten omdat hij geen geschiedenistentamen bij zijn vader wilde afleggen. Gerrit werd rechter in Assen en Groningen, en werd president van de rechtbank in Groningen. Daarnaast was hij geïnteresseerd in geschiedenis en bestuurslid bij het Groninger Museum. Zijn interesse voor geschiedenis lag vooral in de streek en -bouwhistorie. In een interview met Mieke Ockhuizen en Jan Marinus Wiersma in de Groniek zegt hij zelf: “Een heel andere reden, waarom ik graag de streekgeschiedenis bestudeer, ligt in het feit dat ik beter kan nadenken over het verleden van mijn omgeving. Ik kan dat overzien. Ik kan me een voorstelling maken; ik ken de oude huizen hun geschiedenis”.

Hij vond zichtbare sporen van het verleden belangrijk en voelde zich hierdoor verbonden met de geschiedenis. Dit hield echter wat hem betreft niet in dat gebouwen gerestaureerd moesten worden naar hun oorspronkelijke staat. ‘’Een monument heeft nu eenmaal littekens aan haar verleden overgehouden. Die moet je durven laten zien.’’ Gerrit was zelf ook betrokken met restauratie van Bourtange in de jaren 70. 

In de geschiedenis zag hij ook de waarde van het strafrecht waar hij zich mee bezighield. Hij stelde dat strafrecht bestond om te voorkomen dat mensen het recht in eigen hand zouden nemen. In dezelfde interview als hiervoor genoemd geeft hij de reden hiervoor: ‘’Omdat we in een tijd leven, waarin de maatschappij tot ontbinding dreigt over te gaan (en wat mij betreft gaat ie in ontbinding). Zo kan het gebeuren dat men elkaar weer de hersens inslaat, zomaar op straat."; Gerrit zag de maatschappij in de jaren ’80 in gevaar voor wetteloosheid en zag hierin een belangrijke rol. 

Krakers en woningcrisis

In de jaren 80 was de krakersbeweging in Nederland tot een hoogtepunt gekomen. Al vanaf de jaren 60 was er een enorm tekort aan woningen, maar in de jaren 80 kwamen daar ook nog enorme hypotheekrentes bij op. Het aankopen van woning was lastig en verkopen niet rendabel, wat ervoor zorgde dat het bestaande aanbod aan huizen vaak leeg bleef staan.

Het was uitgerekend deze man, Overdiep, met liefde voor geschiedenis en restauratie en een sterke motivatie voor wettelijk gezag, die moest beslissen over de krakersbeweging in de jaren ’80 in Groningen. Toch had Overdiep in eerste instantie geen negatieve reputatie bij de krakers. In een herinnering in het boek Kladmuur stelt kraker Christophe de Jongh: "Mr. Overdiep was president van de rechtbank en besliste in Kort Gedingen vaak over kraakzaken. Hij was een eigenzinnige erudiete liberaal, met humor die vaak eigenaren op hun donder gaf omdat ze hun panden verwaarloosden. Dus hij was geliefd bij krakers en hun advocaten.  Totdat hij gewongen door landelijke beleid steeds strenger werd en zelfs in de ogen van de Groninger krakers symbool van de macht. Toen bedacht iemand de leus DEMP OVERDIEP ! en daarmee gingen we de straat op. Bijzonder was dat Overdiep – hoorden we via via – dat prachtig vond en heel graag het affiche met zijn foto erop en tekst Demp Overdiep wou hebben. Het verhaal gaat dat hij dit affiche in zijn graf heeft meegenomen!"

De beweging tegen hem, onder de naam ‘Demp Overdiep’ kwam pas echt op gang toen Overdiep toegaf een vooroordeel te hebben tegen kraken. Hij kon het er niet mee eens zijn dat mensen andermans wettelijk eigendom zouden toe-eigenen.

Na een dagvaarding over het uitzetten van enkele krakers uit het pand aan de Heerestraat keerde de advocaat van de krakers zich tegen Overdiep. Hij diende een akte van wraking in die ongegrond werd verklaard. De advocaat van de krakers, mr. J. Knol sprak van een ‘hoge mate van vijandschap’ tussen de beide partijen, gebaseerd op de eerdere uitspraken van mr. Overdiep. De krant Trouw meldde hierop ‘Overdiep had schriftelijk laten weten dat hij niet in de wraking berustte omdat de ‘’hoge graad van vijandschap’’ persoonlijk moet zijn wil de wraking gegrond bevonden worden- en hij kent de partijen in het geding niet eens.’