Pepergasthuis

Op mijn vaders atelier blader ik door een stapel oude tekeningen. Er zit realistisch werk tussen, iets waarmee hij al voor mijn geboorte gestopt is. Tussen alle papieren zit een klein stukje karton met daarop een onafgemaakt schilderijtje. Op het schilderijtje is een muur te zien met een klein raampje. De muur is beklad met het woord Dadaïsme en een graffiti tag. Sommige vrienden van mij doen aan graffiti, daardoor valt de tag mij direct op.

Deze tag leest 'Cortex', of althans dat denk ik, daar heb ik nog nooit van gehoord. 'Wat is dit voor schilderijtje?' vraag ik mijn vader. Hij neemt het uit mijn handen, kijkt ernaar en antwoord 'Dat heb ik ooit gemaakt toen ik op Minerva zat, het is het Pepergasthuis'. Hij blijkt het begin jaren tachtig gemaakt te hebben. De grauwe, stadse sfeer spreekt mij aan en ik vraag mijn vader of ik het mag hebben.

“De politie durft zich vaak 's nachts niet te laten zien in deze uitgaansstraat”

Jaren later werk ik samen met graffiti archivaris Kladmuur aan de documentaire 'Kleine namen in een grote stad'. Deze documentaire vertelt over de pioniersjaren van de Groninger graffiti. Direct stuit ik op een foto van het Pepergasthuis. De lange muur in de Peperstraat totaal onder de tags. Zo ken ik deze muur helemaal niet. Een artikel in het Nieuwsblad van het Noorden noemt het zelfs 'De bekendste kladmuur van Noord-Nederland'.  "De politie durft zich vaak 's nachts niet te laten zien in deze uitgaansstraat, reden waarom men ongestoord de muren vol heeft kunnen spuiten, verven of tekenen." Aldus Jacques Hermus in Verbeeldt (december 1982).

De door mijn vader nageschilderde 'Cortex' tag valt zelfs terug te vinden op de foto. 'Vortex' blijkt er trouwens te staan, een Groningse rock/metalband. De tag is door de band zelf gezet. Het concept van de 'streetgang' was in die tijd erg populair. Veel bands modelleerden zich naar het beeld van een jeugdbende, en daar hoort ook het afbakenen van je territorium bij. In films uit die tijd, zoals 'The Warriors (1979)' en 'The Wanderers (1979)' of de videoclip van Michael Jackson' megahit 'Beat It (1983)' was dit goed te zien. 

Rock 'n Roll nummers zijn ook kort en krachtig, in overeenkomst met het vechten door gangs, vechten (en gangs) hebben daarom meer met Rock 'n Roll te maken dan je op het eerste gezicht zou kunnen denken. Door te werken aan de Kladmuur documentaire ontdek ik dat dezelfde muur ook een speciale rol speelt in de ontmoeting tussen graffiti-oldschoolers Mickey en Pinox. Beiden worden tegenwoordig gezien als kopstukken van het Groninger graffiti verleden.

“De stad stond helemaal vol, ramvol! Ik keek mijn ogen uit en dacht 'Dat wil ik ook!'”

In Mickeys eigen woorden: 'De stad stond helemaal vol, ramvol! Ik keek mijn ogen uit en dacht ''Dat wil ik ook!''. Op een zondagmiddag zat ik gehurkt in de Peperstraat en zette mijn tag op zo'n oud pand. Plots hoorde ik iemand roepen en er kwam een hele grote gast op mij af. Ik dacht ''Nu ben ik de sjaak, het is vast undercover politie''. Wegrennen lukte niet, ik leek wel bevroren. Hij keek naar wat ik aan het doen was en zei ''Geef mij je spuitbus''. Hij ging ook op zijn hurken zitten en zette een hele grote tag naast de mijne. PINOX. Ik was echt starstruck, de grote Pinox! Zo hebben wij elkaar leren kennen.'

Tegenwoordig herken je de muur haast niet meer terug. Deze is schoon, wit en daardoor een beetje levenloos. Misschien dat ergens, onder alle lagen verf, de tags van Mickey, Pinox en Vortex verborgen zitten.