Dingo

Ik heb heel lang lopen denken over wat mij heeft getriggerd om te beginnen met graffiti? Maar ik ben eigenlijk gewoon uit mezelf begonnen. Met m'n ouders deden we wekelijks boodschappen in Duitsland, in Papenburg had je de Alkauf en ook een doe-het-zelf winkel. Daar kwamen spuitbussen, één rood, één zilver, één zwart en één wit. En toen heb ik op mijn kamer m'n eerste grafitti gezet, ergens in 84/85. Ik had toen Style Wars toen nog niet gezien. Ik denk dat het gewoon een soort van samenloop van omstandigheden was, een combinatie van dingen als Miami-Vice, of de U.S.A crew in Club Veronica. Die Miami, die allereerste piece in Winschoten, is gezet zonder invloeden. Die heb ik met mijn neef gezet, we zetten onze initialen AT en RH erbij, echt supermongool maar ja, dat was toen zo. Ik denk dat het TV programma Miami-Vice een belangrijke inspiratiebron voor is geweest. Dat ik daar iets heb gezien, want waarom zou ik eigenlijk anders een Miami maken met een palmboom ernaast? We vonden Winschoten altijd een stad en het niet rechtvaardig dat wij bekeken werden als boeren. We vonden onszelf stadsbewoners. Misschien was dat ook een van de reden waarom ik met graffiti ben begonnen. Omdat het stads was.

Ik denk dat we in Winschoten een van de grootste groepen in de provincie hadden. In Hoogezand had je ook een paar gastjes en Stadskaaal was met oa. Ecams en Ene ook vrij goed. Ecams had echt mooie letters, die gasten waren serieus bezig. Het contact hadden wij met Stadskanaal, kwam voornamelijk door Anger. De schetsen van gasten uit Stadskanaal kwamen zo bij ons. Tekeningen kopiëerde je dan bij de Albert Heijn en dan iedereen had een boek vol met kopieën, Zo kregen we ook kopieën uit Groningen, wat ook bereikbaar met de trein was. En dat konden we zowel de pieces zien en de schetsen erbij hebben. Voor mij was Orea, met z’n simpele style en balans in de letters een hele grote inspiratiebron, die had echt hele mooie letters; duidelijk en in harmonie. De stad Groningen was voor ons het walhalla van de graffiti. Ik weet nog heel goed dat ik een gesprek met Mich had en zei 'er komt een keer een dag dat wij net zo goed zijn als die Groningers'. Volgens Mich zou dat nooit gaan gebeuren. Maar ik weet nog heel goed dat ik evan overtuigd was dat wij net zo goed konden worden als de Groningers. En dat is ook gelukt. 

In de kopietjestijd heetten wij M.O.M. Onze crewnaam had meerdere betekenissen. Ten eerste de afkorting Men Or Machines, en het refereerde aan je moeder, en verder had je [Seen die MOM pieces maakte.

“Ik was altijd heel hecht met hen en zei het ook altijd als ik 's nachts op pad ging; 'mam, vanacht ga ik weg'. 'Ja, kijk je uit.' Ik had best coole ouders”

Mich was echt mijn bestie, die kwam bijna iedere dag bij ons thuis. En dan zaten we aan tafel te tekenen. Style Wars, een kopie van een kopie van een kopie met een ontzettende slechte kwaliteit, werd grijs gedraaid. En tijdens het tekenen hiphop luisteren; My 9 millimeter goes bang. BDP was mijn favoriete groep. Rauwe eastcoast hiphop, niet van dat gejengel uit LA. En mijn ouders zaten daar dan gezellig bij. Zij waren speciaal en hebben mij nooit tegengehouden. Ik was altijd heel hecht met hen en zei het ook altijd als ik 's nachts op pad ging; 'mam, vanacht ga ik weg'. 'Ja, kijk je uit.' Ik had best coole ouders.

We gingen een keer naar Zwolle want daar zou een jam zijn, maar dat bleek niet het geval. Er waren daar ook andere gasten op afgekomen. En via hen zijn we achter het bestaan van Freestyle Magazine gekomen. Via dit blaadje kwam je in contact met andere schrijvers in Nederland. Bijvoorbeeld Maestro uit Haaksbergen, daar heb ik ook een briefwisseling mee gehad, en we ruilden schetsen. Hij heeft ook nog een schets voor mij gemaakt. Een soort van karikatuur in mijn blackbook. Nu begrijp je niet meer hoe het is om geen internet te hebben, maar Freestyle was toen echt fantastisch om contacten te maken. Ik was een van de eersten in Winschoten die lid was en weet die spanning nog van “wanneer komt 'ie nu”. Voor de brievenbus zitten wachten. En dan had dat geluksmoment dat hij er was, erdoorheen bladeren. Je stuurde werk op en dan kwam dat erin, dat was echt kicken, een geluksgevoel. Dan was je supertrots en liet je dat iedereen zien. Voor ons was het ook een opportunity bekender te worden, wij vonden het fantastisch dat onze schetsen in een blaadje terechtkwamen. Na Freestyle kwam Bomber Megazine, en ook al veel magazines uit Duitsland. De blaadjes werden full colour en de Freestyle werd minder belangrijk. De Bomber werd een serieuze referentie, het standaard blaadje. Want er stonden ook full colour foto's in.