Opoe

Het verhaal van Bert Jansse van Noordwijk, beter bekend als Opoe, begint in 1988, ver voordat Winschoten bekend was als een plek waar graffiti tot leven kwam. Bert was toen een jonge gast uit Wedde, en hoewel hij niet uit een stad als Rotterdam of Amsterdam kwam, waar graffiti al meer ingeburgerd was, vond hij toch zijn weg naar die wereld door zijn vrienden. Die jongens waren al begonnen met wat tags zetten in de stad, en het duurde niet lang voordat Bert werd aangestoken door hun enthousiasme. 

Bert was geen geboren kunstenaar, Eerder een creatieve gek met een gouden hart, maar hij had toch iets anders wat hem uniek maakte: een ontembare energie en een passie voor het zetten van zijn naam. Overal waar hij ging, liet hij een spoor van tags achter, vaak simpelweg zijn handtekening, maar altijd met een duidelijke, eigen stijl. Zijn bijnaam, Opoe, kreeg hij vanwege de felroze opoe-fiets waar hij altijd op reed. Een oud, rammelend ding dat hij ooit had gekregen en nooit meer wilde loslaten. Je kon hem van verre horen aankomen, rinkelend over de kasseien van Winschoten, onderweg naar de volgende muur. 

Winschoten werd zijn speeltuin. Samen met zijn vrienden zwierf hij door de straten, altijd op zoek naar nieuwe plekken om te taggen. Viaducten, lege fabrieksmuren, verlaten gebouwen – voor Bert was elke muur een kans. Hij was geen man van grote murals of ingewikkelde stukken, maar juist die eenvoud maakte hem zo herkenbaar. De naam Opoe, vaak in eenvoudige letters, stond overal. En het ging hem niet om faam of erkenning; het ging om het gevoel van erbij horen, deel uitmaken van een subcultuur waar hij en zijn vrienden zich in konden verliezen. De adrenaline en het opzoek gaan naar uitdagingen. 

“Dit verhaal, dit stukje geschiedenis, is een eerbetoon aan een man die niet vergeten mag worden”

Hoewel hij in Wedde woonde, was Winschoten zijn tweede thuis. Het werd een plek waar hij niet alleen zijn kunst achterliet, maar ook zijn vriendschappen koesterde. Samen met zijn kameraden deelde hij eindeloze nachten, bier drinkend en lachend om het avontuur van het illegale spuiten. Ze maakten herinneringen, stiekem, in het donker van de nacht. Deze herinneringen worden nu gekoesterd en met een lach naar teruggekeken. Zoals samen met Ese op het oude ziekenhuis zijn geklommen en samen het dak gebombt te hebben, Het taggen van het station in Winschoten en zo veel meer. 

Maar zoals met veel dingen in het leven, kwam er een einde aan dat verhaal. In 2010, veel te vroeg, overleed Bert. Zijn roze opoe-fiets stond stil, en de naam Opoe begon langzaam van de muren te verdwijnen. Zijn vrienden en familie voelden het gemis diep. Maar zijn verhaal eindigde niet daar. 

Zijn zoon, toen nog een jonge jongen, keek altijd op naar zijn vader. Hij kende de verhalen, hoorde van zijn vader's vrienden hoe Bert zijn naam op elke hoek van de stad had achtergelaten. Naarmate hij ouder werd, begon hij zelf te spuiten, niet om in zijn vaders voetsporen te treden, maar om zijn eigen weg te vinden. Toch voelde het goed om die connectie te hebben, om door te gaan waar zijn vader was gebleven. 

Berts oude vrienden, mannen die nu wat ouder en rustiger waren geworden, leerden hem de kneepjes van het vak. Ze vertelden hem over de avonturen die ze hadden beleefd, over die nachten in Winschoten waar alles draaide om vriendschap en graffiti. En zo bleef de naam Opoe toch leven, door de handen van zijn zoon en de verhalen van zijn vrienden. Dit verhaal, dit stukje geschiedenis, is een eerbetoon aan een man die niet vergeten mag worden.