Sporthal Stikkerlaan

Voor Dingo was de sporthal in Winschoten dé go-to plek: “Rise, Mich en ik zijn een keer op de baas van de sporthal, Alie Dik afgestapt met de vraag of we er een piece mochten maken. En dat mocht wel. Maar die oude Dik had daar een heel andere idee bij, die wilde dat we een grote Snicker op de muren spoten! Maar wij zagen het als een Hall of Fame waar we mooi konden piecen, oefenen en meters maken. En het werd ook een sociale plek waar we veel tijd doorbrachten, waar we heen gingen om te chillen. En zo kwamen er ook mensen van buiten naar Winschoten toe. Utrecht, Leiden, Rotterdam, Veendam, Stadskanaal. Winschoten werd ineens een plek om heen te gaan. Het begon met de Stadskanaal boys, die hebben daar als eerste van buiten pieces gezet. Reson, waar ik veel respect voor had vanwege z'n stijl en letters, heeft er ook eens een piece gezet. En het werd allemaal gedoogd door Alie Dik.“

Op een dag was de sporthal echter niet langer een gedoogplek meer. De graffiti werd namelijk niet alleen op de Alie Dik toegezegde achterzijde van het gebouw aangebracht maar ook op de zeer geschikte zijkant. 

“Dus de rest van de sporthal eigenden we ons ook toe”, aldus Bonzo AOW. “Dat ene achterste deel was gewoon te klein en meteen volgezet. We namen de rest ook over. Vooral de zijvlakjes waren mooi qua hoogte en verhoudingen. Daar waren er zeven van en onderling min of meer verdeeld. met een vriend had ik twee van die vakken in bezit. Ook al waren ze niet echt legaal, zo gingen we er wel mee om en we stonden dan gewoon overdag te werken. Alie kwam weleens mopperen maar we kwamen er altijd mee weg. Op een gegeven moment waren we daar een piece aan het zetten. Komt er een wethouder langs en die begint me toch te zeiken. En toen liet mijn kameraad zich zien van zijn arrogantste kant; 'dat jij je hier toevallig verantwoordelijk voelt voor het onderhoud van de prullenbakken in het park…”

“Tja, en als je dan ook nog 'voor klootzak Warntjes' in die piece zet, dan gaat zo'n man wraak nemen…”



Alie Dik herinnert het zich nog goed allemaal, “ik kan me die schilderijen nog wel heugen, en weet nog dat de sporthal gedoogd werd en toen later werd min of meer de spelhal ook ingepikt en daar was eigenljk geen toestemming voor, haha”.

Door zijn gedogen faciliteerde hij onbewust de ontwikkeling van een generatie jonge graffiti kunstenaars in Winschoten, “er was geen houden meer aan dus ik liet het gaan. Af en toe had ik ook wel een gesprekje met de mensen die het deden. Ik vond het altijd wel mooi, maar ik weet ook dat heel veel mensen het niet mooi vonden, daar viel ook wel wat voor te zeggen omdat er veel over elkaar heen werd gespoten, en met die handtekeningen erbij… Er was dus ook veel verzet tegen. En sommige ambtenaren hebben zich er echt druk om gemaakt en toen is het er rond 1992 ook afgespoten en toen ebde het een beetje weg. Als afweer is er een klimop tegenaan geplant.”